“Alice, hallo, gaat het goed met je?”
“Ha Dirk, ja alles goed. Met jou?”
“Prima! Blijf je in je caravan wonen de rest van de zomer? Wat heb je veel gegeten in je eentje, ik zag dat aan de moestuin.”
Verrek, dat verdomde blozen. En dan die hitte. Ik ontplofte bijna.
“O Dirk, het spijt me zo. Ik volgde een groente-dieet. En ik heb ook nog nogal wat bezoek gehad, vandaar dat tentje erbij.”
“Meid, dat geeft toch niks. Ik heb genoeg hoor! Blijf je of ga je zo weer weg? Want ik ga een wiet-cake bakken. Of zit je nog vast aan dat veggie-gedoe?”
“Nee, ik moet zo gaan. Ik kom alleen even iets in de caravan leggen. Maar heel erg bedankt, je bent een schat!”
Voor Dirk was het allemaal best. Daar had ik mazzel aan.
“O, maar Dirk!” riep ik hem na. De boer keerde zich om en stak zijn hand achter zijn oor.
“Als ik wat groenten mag meenemen voor thuis, dan maak ik een paar heerlijke soepen. En wat fruit, voor jammetjes.”
“Altijd Alice, altijd” en hij slofte weer terug.
In mijn caravannetje hing nog steeds een koning-lakei sfeertje. Ik moest het trouwens even goed op mij in laten werken wat ik zojuist gehoord had. Dirk dacht dat ik hier alleen was. Dus hij had Willem en Geoffrey toch niet gezien! Wonderlijk. Nu kwam hij eigenlijk nooit naar mijn plek daar want dan moest hij helemaal naar achteren lopen op het grote terrein. Hij liep niet zo goed meer dus dat deed hij niet. Toch had hij zowel Willem als Geoffrey kunnen zien want die liepen regelmatig in de weide of op het pad naast het terrein. Hoe kan het dan dat de tuinman ze wel zag? Daar kwam ik nog wel achter.
Onder het bed had ik veel ruimte waarin ik een afgesloten gedeelte had gemaakt. Daar kon ik mijn laptop bewaren. Tijdens ons verblijf hier had Geoffrey vast en zeker het bewuste kistje ergens verborgen. Zou ik het hier nu ook opbergen? Ik wilde eigenlijk alleen maar even kijken en het later weer op zijn oude plaats in het jachtslot neerzetten.
Ik besloot het laatste te doen. Nee toch, het was op slot! Ik bekeek het houten kistje aan alle kanten en vond onderaan een richel de sleutel, in een speciaal vakje ervoor. Ingenieus. Even later tuurde ik in een leeg kistje. Ik trok nog wat aan de koningsblauwe fluwelen voering om te kijken of daaronder iets was verstopt, maar nee, niets. De opperheer en zijn dienaar waren slimmer dan ik had ingeschat. Wat ik ook niet was vergeten, was dat pakje van geest Elisabeth. Ook dat moest ergens zijn.
Het was ook naïef van mij. Een staatshoofd, doorgewinterd waar het gaat om intriges en politieke spelletjes, en die zou zich laten misleiden? Wel, ik moest maar eens wat groenten gaan oogsten. Courgettes, pompoenen, spekbonen, pruimen, vijgen en appels, er was genoeg.