Mede-volkstuiniers en medeleven 12

Dagelijks rechtstreeks uit de tuin eten

Heimelijk begonnen we ons avontuur. Want als je het zuiver op de regel bekijkt, doen we iets wat niet mag. ‘Verblijven op dit terrein mag slechts voor zonsondergang en na zonsopgang.’
Slechts een paar mensen wisten ervan. Het was toen eigenlijk nog zowat winter, gezien de kou. Dat maakte dat het nog illegaler voelde. Wat doe je in godsnaam zo vaak op een volkstuin bij herfstachtig weer?

In het begin waren we heel strikt in alles. In de avond ontweken we mede-volkstuinders die nog even wat tuinwerk kwamen doen. Door de verduisteringsgordijnen vallen we ’s avonds in het tuinhuis niet op. Als Wilke Ruby ging uitlaten, reed hij op de heenweg de auto naar een andere parkeerplaats. Niets kon onze aanwezigheid verraden. Of toch?

Het is natuurlijk niet vol te houden. En dat wilde ik ook niet. Juist ik, met mijn open karakter. Hoe kon ik doen alsof? Ik kwam erachter dat iedereen zo zijn eigen tuingedrag heeft. De een komt ‘s ochtends, de ander ‘s avonds. Er zijn mensen die iedere dag komen, of volkstuinders die om de dag of eens per week hun tuin induiken. Sommige blijven weken of zelfs maanden weg. Als je afwijkt van het tuingedrag dat je normaliter vertoont, valt dat eigenlijk wel op.

Gaandeweg werd het een publiek geheim. Wilke en Emmy wonen op de tuin! Er werd met ons meegeleefd. Er kwamen hartverwarmende reacties en iedereen was geïnteresseerd in hoe wij dat nu doen. Ik vond het al gezellig op ons tuinencomplex, maar nu ik de mensen van de andere tuinen beter heb leren kennen, geeft dat toch een extra dimensie aan het geheel. Ogenschijnlijk komt ieder voor zijn tuin en voor niets anders. Maar als het erop aankomt, deelt men toch lief en leed.
Je praat vooral over planten en gewassen met elkaar met als speerpunt ‘hoe slakken uit te roeien’. Tussen de regels door komt er echter wel eens iets anders naar voren. Buiten in de natuur is de mens vaak toegankelijker dan in andere situaties.

Als je je ergens thuis gaat voelen, vergroot je gevoelsmatig je gebied. Denk maar aan een camping. Als je daar arriveert als nieuwkomer, neem je – als je een niet al te bombastisch persoon bent – alleen die plek in die je net hebt gekozen of die je is toebedeeld. Anderen kijken de kat uit de boom, zelf doe je dat ook. De camping verkennen, de omgeving verkennen, dat hoort er allemaal bij om je daar ‘thuis’ te voelen.

Zo is dat met ons ook gegaan. Wij waren de bewakers van het tuinencomplex. We hielden goed in de gaten dat ‘s avonds de poort op slot ging. Ik maakte het verenigingsgebouw gezelliger, begon een piepklein bibliotheekje.
Je hebt het al een beetje door. Het klinkt verleden-tijd-achtig, deze column. Ze worden ook korter mijn schrijfsels, ik lijk minder gemotiveerd.
Dat klopt ook. Maar daar gaat mijn laatste verhaal over…

De tuinbibliotheek

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

gerelateerde berichten

Scroll naar boven