‘Jouw reis begint bij GOD’, las ik op het billboard naast de rijbaan waar we met de auto voor het stoplicht stonden. Toen het sein op groen ging, bleek dat het hier over de Gemeentelijke Gezondheid Dienst gaat en dat mijn reis dus blijkbaar bij de GGD begint.
Het gekozen lettertype van de GGD-advertentie zaait verwarring. Het kan ook zijn dat het iets over mij zegt. Want we reizen wat af de laatste maanden. Weliswaar korte ritten maar het heen en weer krijg je er wel van. Vermoedelijk met God aan onze zijde, ondanks dat ik zijn naam op moeilijke momenten wel eens op zijn plat Rotterdams creatief dreig te verbuigen.
Dat ons thuis thans het tuinhuis is, mag je ondertussen een publiek geheim noemen. Ons tweede thuis is de school ‘van’ Wilke, ook dat is bekend in bredere kring. Nog niet zo bekend is dat daar sinds kort een derde mogelijkheid bij is gekomen in de vorm van een sober ingerichte eengezinswoning, een half uur reizen vanaf het tuinencomplex.
Geconditioneerd als ik ben sinds de verhuizing (bezit verplaatsen!) schrok ik van dit aanbod. Dit lijkt ondankbaar, maar ik ben dankbaar. Het afzien combineren met minder afzien is een welkome afwisseling.
Vanmorgen pakten we spullen in voor het korte verblijf op school en het iets langere verblijf op ‘ons’ derde adres (morgen weer terug). In de zwerverstassen ging de boel al snel door elkaar lopen:
‘Waar heb jij dat gelaten? Oooo, dat moest in de groene tas! De zwarte tas is voor school!’
En er zijn van die spullen, die sleep je gewoon altijd met je mee, zoals de laptop waar ik nu riant aan zit te werken omdat wifi op school vrij voor handen is.
Ik weet dat het niet de eerste keer is dat ik over het slepen met bezit schrijf. Psychologisch gezien wil dit zeggen dat het voor ons het zwaarst weegt, fysiek en mentaal. Toch heeft het ook andere kanten: ons organisatietalent en ons vermogen tot flexibiliteit bereiken grote hoogtes.
Ik moet hierbij opmerken dat het om tijdelijke verblijfplaatsen gaat. We hebben nu geen echt thuis, zoals mensen met een huis plus een vakantiehuis. Dit is een significant verschil. Het ritme is uit ons bestaan. Dit maakt flexibel, maar ook onrustig. Het kan makkelijk zijn, maar ook moeilijk. In deze tijd waarin goedbedoelde maar uitgekauwde bevelen als ‘loslaten!’, ‘go with the flow!’ en ‘geniet ervan!’ ons om de oren vliegen, zeggen wij dan graag: we houden het hier even vast, we gooien daar een anker uit en we gaan over het geheel genomen effe flink de tering in hebben. Daarna kunnen we er weer tegen.
Ach, het zijn de kleine dingen die ’t ‘m doen: je bezig houden met de basis van het leven, niet met hoogdravende materie. Korte reisjes met zwerverstassen in eigen land in plaats van sjouwen met koffers en afzien in verre landen waar je de GGD bij nodig hebt. Als we ons leventje van nu vrolijk en luchtig leren beheersen, reist God misschien vanzelf met ons mee. Een vloekje van mij door de vingers zien