Wilke deed een beetje vreemde mededeling.
“Ik ga mijn spijkerbroek langer aanhouden,” zei hij. “Ongeveer een maand.”
Daar keek hij nog serieus bij ook. Was het geen grap? Nee. Hij vertelde dat spijkerbroeken vreselijk milieuvervuilend zijn, ja ook die van Kuyichi, want het zit ‘m in de wasbeurt. Op de radio had hij gehoord dat iemand een boek heeft geschreven, met de uitbundige titel ‘De verborgen impact’. Die iemand is Babette Porcelijn en zij heeft het allemaal uitgezocht. Er komen heel kwalijke deeltjes van jeans af en die komen door zo’n wasbeurt allemaal in het milieu. Porcelijn begrijpt zelf ook wel dat de mensheid niet massaal de immens populaire jeansstof aan de wilgen gaat hangen. Veel minder vaak wassen schijnt in ieder geval een beginnetje voor een beter milieu te zijn, is het alternatieve advies.
Ik sta heel sympathiek tegenover milieumaatregelen. Want het behoud van alles wat groeit en bloeit staat voorop, hoe dan ook. Maar nu moet ik toch wel even ingrijpen. Een maand lang iets niet wassen waar je kruis vol in hangt en broeit en nadruppelt en zo nog meer? Want de gemiddelde onderbroek is toch ook niet van waterafstotend tentdoek. Als dit een trend wordt, krijg ik het moeilijk. Ik heb een reukvermogen van bovengemiddeld niveau. Een maand lang een cocktail van geuren die met elkaar een symbiose zijn aangegaan, overbruggen makkelijk een afstand van anderhalve meter. Afgezien van het feit dat wij ons daar niet aan houden.
Soms moet je rigoureus zijn en je standpunt keihard neerplanten.
“Geen gekke dingen zeggen, schat“, was dan ook mijn eerste reactie. “Want als je dát doet, ga ik van je af.”
Meer hoefde ik niet te zeggen. Het plan is van de baan.
Hoe we het dan gaan oplossen, weten we nog niet. Wij, die altijd woest reageren op alles wat onze planeet bedreigt, kunnen het alleen al tegenover de buitenwacht niet maken met krakend-schone jeans rond te lopen. Het zal uitdraaien op een vaarwel naar de spijkerbroek. Misschien niet eens zo erg.