Toen ik mij een beeld vormde van wat er allemaal in het tuinhuis moest passen, wist ik direct dat het niet zou lukken. We namen het hoognodige mee, maar dan nog is het een helse klus dit op 12 vierkante meter een plaats te geven.
Als je ziet hoe onze tuin is ingedeeld, krijg je een idee van wat wij eigenlijk willen op de tuin: ik tel vijf zitplekken. Omdat ik houd van comfort en ook omdat het leuk staat, kocht ik veel kussens. Die moeten allemaal opgeborgen worden. Plus de tank brandstof, de container hondenvoer, het gereedschap en ga zo maar door.
Er moest dus een schuur komen. We vonden er een op internet. Zo eentje van gegalvaniseerd staal. Die was nog te betalen en de vorm leek ons handig. Met schuifdeuren, ook een vondst. Snel tot bestellen overgegaan, het zou immers een week duren voordat hij zou arriveren. En dan nog in elkaar zetten! Het mocht tijdens die klus niet waaien (nou ja ,een klein beetje) en ook niet regenen.
Levering binnen een week, ja m’n reet. Er ging langere tijd overheen, precies die dagen waarop het perfect weer was voor de opbouw van een stalen schuurtje.
Toen het eindelijk zo ver was, wachtte ik de vrachtwagen op bij het parkeerterrein. Wilke had mij instructies gegeven: ‘Vraag aan de vervoerder of hij het onder het afdak van het verenigingsgebouw zet, dan kom ik later met Maurice om het naar de tuin te sjouwen.’
Ik zat er al een beetje over in hoe dat nou moest als die man zou weigeren het kolossale pakket door de poort te dragen. Vroeger kreeg ik het meestal wel voor elkaar maar als je vordert in leeftijd gaan die deuren geleidelijk aan dicht.
Ik had geluk, de chauffeur was nog ouder dan ik. Toen hij het pakket uit de auto had getild, zag ik daar een iel stukje karton staan. ‘Is dit het?’ vroeg ik. Hij keek naar de pakbon, vervolgens naar het pakket, controleerde het nummer en zei: ‘Ja, zeker weten, dit is ‘ie.’
Moest ik toch nog een tikje van mijn oude vrouwelijke charme gebruiken. ‘Ik had al niet het terrein op hoeven rijden,’ sputterde hij kort tegen. Maar al gauw reed hij zonder morren de steekkar met ons toekomstige schuurtje regelrecht naar het verenigingsgebouw.
Niet lang daarna kwam er versterking: Wilke en Maurice. ‘Is dat het?’ vroeg mijn zoon.
Ja, dat was het. Nu begreep ik waarom er bij de opbouw geen zuchtje wind aan te pas mocht komen.
Het pakket stond nog niet in de tuin of het begon te regenen. Het was het begin van de herfstachtige dagen die we in april en begin mei veelvuldig hadden. Het pakket schuur stond te schimmelen in het druivenprieel en de rommel bleef binnen….
Toch, aan alles komt een eind dus ook aan een schuur die slechts een pakket onderdelen is. Het was even puzzelen maar toen stond hij daar. In vol ornaat. Twee stellingkastjes (ja, mini ook weer) erin, klaar.
Maar ja, toen kocht Wilke in een opgewekte bui een partijtje hout voor de plafondafwerking in het tuinhuis. ‘Was een aanbieding’, glunderde hij.
Ik schudde mijn hoofd. Ik wist: aan dat karwei kwam hij van z’n lang zal ze leven nog niet toe.
Al die houten latten blokkeerden dus weken- en wekenlang de vrije toegang tot de spullen in de schuur. Weet je nog wat Kees van Kooten alias Cor van der Laak zei? ‘Van die dingen ja, van die dingen.’