Man, vrouw, vrouw, Salzburg 2007. Foto Wilke Vos

Toen ik opgroeide, kende iedereen het boek ‘1984’ van George Orwell. Wordt het boek nu nog gelezen? Ik weet het niet. 

Er wordt nog maar weinig gelezen. Wat men leest, zijn vaak teksten verkregen via het internet. En het internet is een voorbeeld van sturende berichtgeving. Laat het nu juist dat zijn waar Orwell voor waarschuwde in zijn romans: mensen worden gevormd door wat daar als ‘waarheid’ wordt verkondigd. Men wordt in hoge mate in een bepaalde richting gestuurd. Sterker nog: andere geluiden, steevast als ‘nepnieuws’ bestempeld, worden geweerd, gecensureerd, verwijderd. Je kan het verontrustend noemen hoe, sluipenderwijs, mensen worden gevormd door berichten vanuit de overheid, media en het internet en hoe geraffineerd dit is gedaan. 

Animal Farm
Orwell (pseudoniem voor Eric Arthur Blair) werd in 1903 in India geboren en overleed in Londen in 1950, kort nadat – in 1949- zijn beroemde boek was gepubliceerd. Hij had al veel bekendheid gekregen door zijn unieke politieke roman ‘Animal Farm’ en na ‘1984’ wist iedereen wie deze schrijver was. Orwell had zelf genoeg meegemaakt om te weten hoe de macht werkt, onder meer in het leger en als medestrijder in de Spaanse burgeroorlog. 

In ‘1984’ geeft hij zijn visie op de Westerse wereld. Deze dystopische toekomstroman schreef hij in de jaren 1946-1948. In dit verhaal is het de taak van het Ministerie van Waarheid in Londen om de geschiedenis te vervalsen. De man die deze functie vervult is de hoofdpersoon in Orwells roman. Hij moet alles verwijderen wat niet binnen ‘de waarheid’ past. Maar hij gaat zelf nadenken en zijn geweten spreekt. Bovendien wordt hij verliefd op een collega, die ook twijfels heeft over het werk. Liefde en seks worden verboden door het regime. Je kan niets stiekem doen want camera’s scannen alles, 24 uur per dag. Er is een voortdurende manipulatie van taal, mentale controle en machtsmisbruik. 

Politieke taal
Wij leven nu in het jaar onzes Heren 2024, 40 jaar na 1984, het jaar waarin de schrijver de hoofdpersoon de tijd laat beleven. En met alle plannen die de EU aan het uitwerken is, plus de enorme drang tot vernietiging (oorlogen) dringt de associatie op met dit verhaal. Overduidelijk zijn overheids-instanties de laatste jaren in toenemende mate meer dan ijverig bezig met het verduisteren van andere ‘meningen’ want ‘er is maar één waarheid’. 

Orwell was er ten volle van overtuigd dat totalitarisme en de corruptie van taal met elkaar verweven waren. Hij merkte op dat politieke taal concepten en gebeurtenissen vervormde. Zijn eerste werken waren een aanklacht tegen het Britse imperialisme. Hij wilde het nazistische en stalinistische totalitarisme aan de kaak stellen. Zijn verzet tegen het fascisme leidde zelfs tot deelname aan de Spaanse burgeroorlog (de verzetsbeweging), een oorlog die hem diep raakte. 

Psychologische manipulatie-campagnes
In ‘1984’is de Denkpolitie actief, maar het bizarre is dat maar weinigen vinden dat het regime slecht is, ook al worden ze voortdurend in de gaten gehouden. De indoctrinatie heeft ze in een staat van volgzaamheid gebracht, zonder dat ze er zelf erg in hebben. Ook daarin zie ik een link naar deze tijd. 

Orwell was fel tegen psychologische manipulatie-campagnes. Taal is de structuur van het menselijk denken, zei hij. Als een politieke organisatie de controle over de taal centraliseert, kan het de taal zo herstructureren dat niemand ooit de absolute macht van een regering in twijfel kan trekken. Dit is totalitarisme. Orwell moedigde de lezer aan om kritisch en objectief te zijn en zelf na te denken en zich te informeren. 

Zo wit als crimineel geld
Gaan we nu naar deze tijd. 
Denk aan woorden en namen als ‘omvolking’, ‘blank’, ‘Zwartepiet’, ‘dames en heren’. Of ‘Rusland’, ‘Poetin’ en ‘Trump’. Beladen tot en met. En dan noem ik er nog maar een paar. 
Vijf jaar geleden had een radiopresentator het in het radioprogramma Nieuwsweekend nog over blanken. Nu is het een fout woord dat weinigen nog maar in de mond durven te nemen. Blank wordt geassocieerd met ‘schoon’ en ‘rein’ en ‘goed’, kortom: raciale superioriteit. 
Wij moeten ons nu ‘witten’ noemen. In tegenstelling tot ‘blank’ waar ik geen associaties bij heb, heb ik dat wel bij ‘wit’. Zoals ‘witwassen’, iets wat criminelen met geld doen.

Dit is dan nog de taal. In het verlengde daarvan ligt de fanatieke drang van het willen uitbannen van andere zienswijzen, het naar buiten brengen van bronnen die ‘de staat’ niet welgezind zijn, het demoniseren van dissidenten, het arresteren en straffen van hen die een ander geluid laten horen. Denk aan de veroordelingen, celstraffen en taakstraffen die Nederlandse en buitenlandse juristen, specialisten en andere deskundigen kregen, zij die de kwesties bij de naam noemden. Iets wat vroeger gewoon kon. Nu niet meer. Denk aan de huisartsen die als echte heelmeesters, met de eed van Hippocrates hoog in het vaandel dragend, een middel voorschreven en zo mensen van het sars-virus genazen. Maar die hierom veroordeeld werden (de rechtszaken lopen thans nog). Waarmee er dus eigenlijk wordt gezegd dat ze deze patiënten hadden moeten laten creperen of zelfs laten sterven. 

Holbewoners 
O man, de taal! Ik heb het Nederlands lief, ik houd ervan. Luister en huiver nu, want het WIPO* hanteert een nieuwe richtlijn op het uitbannen van zogenaamde sekse georiënteerde terminologie. 

Ach Orwell, kon je maar even een kijkje nemen in deze tijd. Je zou met mij mee huiveren. Moet je voorstellen dat woorden als ‘voorvaderen’, ‘houthakker’, ‘holbewoner’ (slipjes die in je bilspleet kruipen :)) en ‘broederschap’ zijn geschrapt. Deze voorbeelden komen van de organisatie, niet van mij. 
Vanuit een uiterst onelegante suprematie-gedachte heeft de commissie dit vervangen voor meer zogeheten inclusieve woorden. Het gebruik van mannelijk-specifieke termen kan suggereren dat vrouwen niet vertegenwoordigd zijn in bepaalde groepen of niet de vaardigheden bezitten. En vice versa. Logisch dan dat de good old vroedvrouw een geboorte-assistent moet worden. Ik ben blij dat ik niet meer hoef te bevallen.
Ook dieren moeten eraan geloven. De hond mag niet meer ‘jouw beste vriend (mannelijk!)’ genoemd worden, nee, maak daar maar gauw ‘mijn trouwe hond’ van, dan blijf je heel correct inclusief in je taal. En trouwens, Nederland. Veel te nationalistisch. Niet meer noemen. Fout. Wat dan wel, dat ben ik even kwijt.

Knettergekke ideologie
Nu ben ik eens in de wereld van de gouden oude spreekwoorden gedoken en daar is nog flink wat werk aan de winkel. Ik wil maar zeggen, dat wordt nogal een klus. 
Vorig jaar was er paniek rond de boeken van Roald Dahl. In Engeland was er een goedemensen-commissie die Dahls boeken driftig aan het navlooien was op ‘foute’ taal. Vervolgens werden er nieuwe infantiele deug-woordjes bedacht. De uitgever in Nederland vond dit te ver gaan en laat de verhalen tot op heden intact. Maar hoever gaat het in het onderwijs? Wat wordt kinderen onthouden en met welke woorden, termen en meningen worden ze in een bepaalde richting gestuurd zodat ze dit als ‘waar’ krijgen ingepeperd? 

Verademing
Ik vind het bevreemdend dat mensen het Westen nog als een democratie zien. Ze wijzen naar (splinters) Rusland en China maar zien de (balk) indoctrinatie in eigen land niet. 
Hoe je het ook keert of draait, het is natuurlijk een bedenkelijke zaak dat ons taalgebruik sluipenderwijs (vooral in het onderwijs!) wordt ‘omgevolkt’ door bepaalde lui, die voortgedreven worden door een knettergekke ideologie. En, heel ‘1984’, dat het ‘gewone’ volk hier zoetjes aan in wordt gemanoeuvreerd, zonder dat men het door heeft. Want, bijvoorbeeld, in mijn omgeving hoor ik iedereen braaf ‘witte mensen’ zeggen. Je wil toch niet uit de toon vallen of erger nog: als racist of fascist uitgemaakt worden. 

Alle neuzen mogen maar één kant op. De eenheidsworst die hieruit voortkomt is verstoken van alles wat het leven zo bijzonder maakt. De geur, kleur en de smaak is eruit. Gelukkig hebben we vrijzinnige columnisten** in kranten en andere uitgaven die je het nieuws brengen dat doorgaans verborgen blijft. Deze columnisten zijn een ware verademing. Ik ben ze dankbaar.

*WIPO=Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendommen). Het is een internationale organisatie die intellectuele monopolies beschermt. Een specialisatie van de Verenigde Naties opgericht in 1974, actief in 187 lidstaten. Het beheert 23 internationale verdragen, het hoofdkwartier zit in Geneve. Haar voorganger, de BIRPI, was in 1893 opgezet, ter bewaking van literaire en artistieke werken. WIPO beschikt over grote financiële bronnen en is een forum waarin elk land één stem heeft. Op Wikipedia noemt men dit belangrijk, omdat er een aanzienlijke noord-zuid kloof bestaat in de politiek van de intellectuele monopolies.

In de jaren ’60-’70 waren ontwikkelingslanden in staat expansies van verdragen van intellectuele monopolies tegen te houden, zoals universele farmaceutische patenten. In de jaren ’80 werd de autoriteit van de WIPO overgebracht naar de WTO waar het noorden een veel grotere controle over de agenda had. Deze strategie toonde zijn succes voor de VS met de inwerkingstelling van het Trips-verdrag (Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights).

** Lees bijvoorbeeld in De Andere Krant: Arthur van Amerongen, Saskia van Orly, Wouter Meis, Arjen Pasma.

Scroll naar boven